De meesten kennen het wel: je zit in het vliegtuig en bent net geland. Dan komt dat ene moment dat de stewardess omroept: ‘Blijft u alstublieft nog zitten totdat het vliegtuig stilstaat.’ Op precies dát moment staat ruim de helft van de passagiers op en begint panisch z’n spullen in te pakken. Want ja, wat nou als ze dat niet redden binnen die twintig lange minuten wachten voordat de deuren opengaan?
Ook al zitten we niet in een vliegtuig, onbewust gebeurt dit ook zo’n vijf keer per dag op het Anna. Er is altijd één mysterieus moment in de les waarop alle leerlingen tegelijkertijd hun tas beginnen in te pakken. Alsof er een soort onzichtbaar en onhoorbaar signaal afgegeven is. Voor de meeste leraren blijft het een raadsel: hoe doen leerlingen dit allemaal tegelijk? Sommige dappere (vaak ook nieuwe) leraren proberen het nog tegen te gaan door te roepen: ‘Blijven zitten tot de bel gaat!’, of: ‘Het is nog geen tijd’, hoor! Dit is allemaal tevergeefs, het heeft geen zin, als leerling weet je toch dat je die laatste tien minuten niks meer uitvoert.
Mijn theorie: op het moment dat één leerling besluit dat hij of zij geen zin meer heeft en zijn of haar tas pakt, krijgen alle leerlingen het idee dat het voor hen ook oké is om nu hun tas in te gaan pakken. Zo krijg je dus een soort kettingreactie die zo snel gaat dat het lijkt of het afgesproken werk is.
Anne van Hilten
Voeg een reactie toe